Titel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

ballast: ........................... brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde

scheepsbenodigdheden, alsmede de handbagage die wordt vervoerd

door opvarenden;

bestuurscollege: ........... brutoton: ........................ het bestuurscollege van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

de eenheid voor de bruto inhoud van een vaartuig, zoals bedoeld in

het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969 en die uit de

meetbrief volgt;

bunkeren: ....................... commercieel vaartuig: . het door een vaartuig innemen van brandstof voor eigen gebruik;

bedrijfsmatig in gebruik zijnde vaartuigen met uitzondering van

vissersschepen;

container: ....................... een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO688 als Series 1

freight containers van de International Organisation for

Standardisation.

droge bulk: .................... eilandsraad: ................... gebruiker: ...................... vervoer van droge bulkgoederen;

de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

de kapitein, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie

het vaartuig in gebruik is gegeven, de agent, alsmede degene voor

hen het gebruik c.q. het verblijf van het vaartuig of afname van

diensten heeft voorbereid;

gebruiksvergoeding: .... de vergoeding ten aanzien van gebruik of afname van diensten dat de

gebruiker is verschuldigd aan het openbaar lichaam en waarvan de

hoogte uit het tarievenoverzicht blijkt;

geregistreerd vaartuig: een vaartuig wat volgens de Vaartuigenwet 1930 BES geregistreerd

is in het openbaar lichaam en niet beschikt over een meetbrief;

haven: ............................ havenbelasting: ............ de havens, baaien en reden van het eiland St. Eustatius;

havenbelasting als bedoeld in artikel 61 van de Wet financiën openbare

lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

havengebied: ................. het water binnen de territoriale wateren behorend tot het openbaar

lichaam, daaronder begrepen baaien, reden, pieren, aanlegsteigers,

meerstoelen, meerpalen, meerboeien en andere soortgelijke werken

of inrichtingen;

havenmeester: .............. de door het bestuurscollege als zodanig benoemde of aangewezen

functionaris of degene die hem vervangt;

havenrecht: ................... rechten als bedoeld in artikel 62 Wet Financiën openbare lichamen

Bonaire Sint Eustatius en Saba ter vergoeding van kosten in verband

met het gebruik van de haven met een vaartuig en met het genot van

diensten die verstrekt zijn door of vanwege het openbaar lichaam in

verband met dat gebruik;

jaar: ................................ kalenderjaar;

kapitein: ......................... de gezagvoerder of schipper dan wel degene die de feitelijke leiding

over een vaartuig voert;

lengte: ............................ lading: ............................ de lengte van het vaartuig over alles;

alle door een vaartuig geloste en ingenomen goederen, waaronder

verpakkingsmateriaal, containers en trailers. Voor de toepassing van

de verordening worden, hierbij word ballast niet als lading gerekend.

lichters: .......................... lichters, dokken of andere dergelijke vaartuigen welke niet dan met

behulp van andere vaartuigen over het water plegen te worden

verplaatst;

ligplaats: ........................ het nemen van een ligplaats waarbij het aanleggen van een vaartuig

langs een kade of steiger op een directe dan wel indirecte wijze

plaatsvindt. Hieronder wordt mede verstaan het innemen van een

ligplaats langs een naastgelegen vaartuig dat reeds een ligplaats

langs de kade heeft genomen. Ook het innemen van een (lig)plaats

op een andere wijze binnen het havengebied wordt gezien als

ligplaats;

maand: ........................... kalendermaand;

meetbrief: ....................... een meetbrief, als bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981,

die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag

betreffende de meting van schepen, Londen 1969;

motorschepen: .............. schepen, welke uitsluitend of hoofdzakelijk door machines plegen te

worden voortbewogen.

natte bulk: ...................... oorlogsschip: ................ vervoer van natte bulkgoederen;

vaartuig, behorende tot de operatieve sterkte van de Koninklijke

Marine of behorende tot de marine van een vreemde mogendheid,

waarover een militair der zeemacht het bevel voert en dat geheel of

gedeeltelijk met militairen is bemand;

openbaar lichaam: ........ pleziervaartuig: ............. het openbaar lichaam Sint Eustatius;

een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de

recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

Point of entry:………….. city pier, de publieke afmeerplaats voor vertrek naar en aankomst van

de omliggende eilanden en alle andere landen;

publieke plaats: ............. redediensten: ................ de bij het openbaar lichaam in beheer zijnde pieren; zie havengebied;

diensten bestaande uit elke dienst die word uitgevoerd door het

zeehavenvaartuig binnen de territoriale wateren van het openbaar

lichaam.

roro-vervoer: ................. roll-on-roll-offvervoer; vervoer van rollende lading zoals auto's, busjes

en vrachtwagens waarmee aan en van boord kan worden gereden;

sleepboten: .................... stoom- en motorschepen waarmee sleepwerkzaamheden plegen te

worden verricht;

stukgoed: ....................... vervoer van stukgoederen;

tarievenoverzicht: ......... territoriale wateren: ...... tijdvak: ........................... ton: ................................. trailer: ............................. het overzicht met de door het openbaar lichaam gehanteerde tarieven

per belasting, recht of andere soort vergoeding zoals bedoeld in deze

verordening;

de territoriale wateren rond het openbaar lichaam Sint Eustatius zoals

vastgesteld bij of krachtens artikel 1 van de Rijkswet uitbreiding

territoriale zee van het Koninkrijk;

een op het tarievenoverzicht genoemde tijdsduur, waarin het gebruik

van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het vaartuig

gedurende een toegepast tijdvak de haven verlaat en terugkeert, een

nieuw tijdvak begint;

een massa van 1.000 kilogram;

voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen of kennelijk

is bestemd om door een ander voertuig te worden voortbewogen;

vaartuig: ......................... elk drijvend lichaam, dat blijkens zijn constructie is bestemd of wordt

gebruikt voor het vervoer te water, al dan niet met het drijvende

lichaam één geheel uitmakende;

vissersschip: ................. een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het

bedrijfsmatig vangen van vis of andere levende rijkdommen van de

wateren en de zee;

week: .............................. een periode van 7 dagen;

Wet de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Zeehaven vaartuig: ....... het vaartuig van het openbaar lichaam dat op aanvraag beschikbaar

kan worden gesteld ten behoeve van rede diensten ;

Artikel 2 Belastbaar feit; havenbelasting en havenrecht

Op basis van deze verordening

a. wordt onder de naam 'havenbelasting' een belasting geheven voor het liggen of meren van

vaartuigen in havens of aan kaden en terreinen, welke bij het openbaar lichaam in eigendom of in

beheer en onderhoud zijn en het ankeren in de territoriale wateren, bedoeld in de Rijkswet uitbreiding

territoriale zee van het Koninkrijk voor zover deze wateren grenzen aan het openbaar lichaam;

b. worden op voet van deze verordening onder de naam "havenrecht" rechten geheven ter zake van het

gebruik, niet zijnde het liggen of meren van vaartuigen als bedoeld onder a, overeenkomstig de

bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het openbaar lichaam of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij het openbaar lichaam in beheer of in

onderhoud zijn en het genot van door of vanwege het openbaar lichaam verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

1. De havenbelasting als bedoeld in artikel 61 van de Wet wordt geheven van degene, die als schipper

of gezagvoerder het vaartuig onder zijn verantwoordelijkheid heeft, of van de beheerder of gebruiker

van het vaartuig.

2. Het havenrecht als bedoeld in artikel 62 van de Wet wordt geheven

a. van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of

b. van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt of

c. voor zover het een vaartuig betreft, van degene, die als schipper of gezagvoerder het vaartuig

onder zijn verantwoordelijkheid heeft, of van de beheerder of gebruiker van het vaartuig dan wel

d. degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter

voorbereiding van het verblijf van het vaartuig, bijvoorbeeld in het kader van de

vertegenwoordiging van de reder of kapitein.

Artikel 4 Ontstaan van de belastingschuld

1. 2. De havenbelasting is verschuldigd bij de aanvang van het liggen, meren of ankeren van het vaartuig.

Havenrecht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik

van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De havenbelasting en het havenrecht worden geheven naar de maatstaven en de tarieven,

opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabellen.

2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in een tarieventabel genoemde

eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

3. 4. De havenbelasting en het havenrecht worden beide naar beneden op gehele dollars afgerond.

In geval van twijfel over het soort vaartuig, bepaalt de havenmeester tot welke soort het vaartuig

behoort.

Artikel 6 Vrijstelling havenbelasting

Geen havenbelasting is verschuldigd voor:

1. een vaartuig in dienst van het openbaar lichaam;

2. een vaartuig dat in opdracht of op verzoek van het openbaar lichaam wordt gebruikt voor

werkzaamheden of diensten;

3. een vaartuig in directe dienst van het Koninkrijk, mits geen personen of goederen bedrijfsmatig

worden vervoerd;

4. een oorlogsschip;

5. een vaartuig, geen oorlogsschip zijnde, dat uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van

manschappen en goederen van de strijdkracht van het Koninkrijk of van de strijdkracht van bevriende

mogendheden.

Artikel 7 Tarieftoepassing

Bij de toepassing van de tarieven:

a. geldt de (grootste) brutotonnage van een vaartuig, uitgedrukt in bruto tonnen, zoals deze blijkt uit de

meetbrief;

b. wordt een gedeelte van een eenheid van lengte, breedte, tonnage en massa voor een volle eenheid

c. d. e. f. g. gerekend;

wordt een gedeelte van een tijdseenheid gerekend voor een volle tijdseenheid;

gelden de lengte, breedte, zomerdiepgang, bruto tonnage en massa, zoals die ambtshalve door de

havenmeester wordt vastgelegd indien geen meetbrief wordt overgelegd;

wordt de door het vaartuig geloste en ingenomen lading, uitgedrukt in metrische tonnen;

wordt de door het vaartuig bij het bunkeren ingenomen brandstof voor eigen gebruik, uitgedrukt in

metrische tonnen;

wordt het aantal tonnen geloste en/of ingenomen lading of bunkers ambtshalve door de

havenmeester bepaald, indien deze onvoldoende worden aangetoond.

Artikel 8 Algemene bestedingsbelasting (ABB)

1. Alle bedragen en tarieven die zijn opgenomen in het tarievenoverzicht zijn exclusief eventueel

verschuldigde bestedingsbelasting.

2. Indien bestedingsbelasting is verschuldigd krachtens het bepaalde in de Wet Belastingwet BES, zal

gebruiker deze bestedingsbelasting tegelijk met de in rekening gebrachte bedragen voldoen.

Artikel 9 Meldplicht bij aankomst en vertrek

1. Voorafgaand aan de aanvang van het verblijf in het havengebied dient de gebruiker melding te doen

aan de havenmeester van de gegevens van het vaartuig, het doel van het verblijf, de beoogde

ligplaats en de lading.

2. Bij afloop van het verblijf in de haven dient de gebruiker melding te doen van de voor facturatie

benodigde gegevens.

Artikel 10 Voorschot, borgstelling of bankgarantie

De gebruiker dient voor bedragen boven de $ 1.500,00 voorafgaand aan de uitvoering van het gebruik of

dienst genoegzame zekerheid te stellen voor de voldoening van de verplichtingen van gebruiker,

bijvoorbeeld door middel van betaling van een voorschot, een borgstelling of een bankgarantie.

Artikel 11 Wijze van heffing

1. De havenbelasting en het havenrecht worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van

gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

2. Onder schriftelijke kennisgeving wordt mede begrepen een bon, nota of ander schriftuur, waarop de

verschuldigde havenbelasting, het verschuldigde havenrecht, het tijdvak alsmede de grondslag voor

de berekening van de havenbelasting en het havenrecht wordt vermeld.

3. De havenbelasting en het havenrecht moeten worden betaald ingeval de heffing plaats vindt bij wijze

van kennisgeving op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel, ingeval van

toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 12 Aankomst en vertrek

Vaartuigen die van of naar de omliggende eilanden of andere landen varen dienen te vetrekken van de

point of entry.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij de invordering wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het bestuurscollege

Het bestuurscollege kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering.

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 Januari 2020.

2. Zij kan worden aangehaald als: Eilandsverordening eerste wijziging havenbelasting en havenrechten

Sint Eustatius 2020.

3. De 'Verordening Havenrechten Sint Eustatius 2020 en het Eilandsbesluit tarievenoverzicht Sint

Eustatius 2020 vastgesteld op 10 december 2019 worden ingetrokken met ingang van de datum van

de inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de

belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Sint Eustatius, 23 december 2019

De Plv. Regeringscommissaris voor Sint Eustatius,

De heer M. Stegers