In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
bebouwde kom: |
min of meer aaneengesloten bebouwingen als zodanig aangewezen bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen; |
bouwwerk: |
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden in, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; |
gebouw: |
elk bouwwerk dat een voor personen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; |
openbare weg: |
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande straten, wegen, stegen, gangen, paden, pleinen, kaden, bruggen, stoepen, trottoirs, plantsoenen, bermen, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen of andere voor het publiek toegankelijke open plaatsen en wateren; |
rechthebbende: |
een ieder die over enig goed enige zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht of daarover de feitelijke macht heeft; |
houder van een inrichting. |
hij die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting inricht of drijft. |
horeca-inrichting: |
|
terras: |
een buiten de besloten ruimte van de horeca-inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt. |
houder: |
degene die een horeca-inrichting exploiteert of daarin feitelijk de leiding heeft. |
Voor het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in deze verordening moet een schriftelijke aanvraag worden ingediend bij het ter zake bevoegde orgaan.
Een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing is slechts van kracht indien zij schriftelijk is gegeven.
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
de openbare orde;
de openbare veiligheid;
de volksgezondheid;
de bescherming van het milieu.
indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;
indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn:
indien de houder of zijn rechtsverkrijgende dit verzoekt.
De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering van een ambtenaar belast met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening ter inzage af te geven aan deze ambtenaar.