Duurzaamheids Principes (DP's)

De Duurzaamheids Principes zorgen voor een overkoepelende beschrijving van wat nodig is om een ​​duurzame samenleving te bereiken. Ze dienen als expliciete leidraad voor elk individu en iedere organisatie die geïnteresseerd is in het bewegen in de richting van duurzaamheid.

In de werkwijze van de FSSD vormen de Duurzaamheids Principes de kaders waarbinnen een organisatie een visie op duurzaamheid formuleert.
Ze vormen in feite de spelregels, of randvoorwaarden.

De Duurzaamheids Principes zijn afgeleid van de verschillende manieren waarop de mens de natuurlijke cycli die plaatsvinden in het systeem Aarde beïnvloeden.

De Duurzaamheids Principes stellen dat we in een duurzame samenleving:

1. Niet meer en sneller stoffen uit de aardkorst in het milieu brengen dan de natuur kan verwerken.
Dit betekent het vervangen van het gebruik van bepaalde mineralen die schaars zijn in de natuur met anderen die meer overvloedig zijn, door alle ontgonnen materiaal efficiënt te gebruiken en door het systematisch verminderen van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.

2. Niet meer en sneller natuurvreemde stoffen in het milieu brengen dan de natuur kan verwerken.
Dit betekent het systematisch vervangen van bepaalde hardnekkige en onnatuurlijke verbindingen met degenen die van nature overvloedig aanwezig zijn of die gemakkelijker in de natuur afbreken, en door alle stoffen die door de maatschappij geproduceerd zijn efficiënt te gebruiken.

3. De natuur niet sneller afbreken, dan de tijd die nodig is om te herstellen.
Dit betekent het uitsluitend onttrekken van hulpbronnen uit goed beheerde ecosystemen, het systematisch nastreven van de meest productieve en efficiënte toepassing van zowel hulpbronnen als gronden, en het uitoefenen van voorzichtigheid in allerlei modificaties van de natuur, zoals overexploitatie en de introductie van invasieve soorten.

4. Geen dingen doen waardoor we mensen beperken in het vervullen van hun fundamentele behoeften.
Dit betekent het aanbieden van producten en diensten en het veranderen van handelswijzen, leveranciers en business modellen zodanig dat er voor gezorgd wordt dat mensenrechten worden gerespecteerd, belemmeringen tot het hebben van een inkomen worden opgeheven, veilige en gezonde werkomgevingen beschikbaar zijn en dat levensomstandigheden zodanig zijn dat lokale gemeenschappen aan de behoeften van burgers kunnen voldoen.


Op het eerste gezicht lijken de Duurzaamheids Principes mogelijk te impliceren dat we alle mijnbouw moeten stoppen, al onze fabrieken moeten sluiten, onze pulp-en papierfabrieken moeten opdoeken en onze wereldse bezittingen af ​​moeten zweren. Maar dat is niet wat ze betekenen. Terugkerend naar de metafoor van de trechter is de duurzaamheid uitdaging het verminderen van de toenemende druk als gevolg van een stijgend verbruik en een afname van ecosysteem diensten en natuurlijke hulpbronnen. Het is de systematische aard van die trends die er voor zorgt dat de wanden van de trechter zich sluiten.

Het probleem is dus niet dat we mijnbouw plegen en zware metalen gebruiken, of dat we gebruik maken van chemicaliën en stoffen die geproduceerd worden door de samenleving, of dat we natuurlijke processen verstoren. Het gaat er veel meer om dat onze economische en industriële systemen zodanig ingericht zijn dat we systematisch deze activiteiten jaar na jaar opschalen door het onttrekken van, het maken van en het verspillen van materialen en we systematisch het vermogen van mensen ondermijnen om in hun eigen behoeften te voorzien.

De principes bieden de randvoorwaarden waarbinnen de maatschappij duurzaam kan handelen. Ze kunnen worden gezien als de vier randen van een fotolijst: in het frame kunnen we net zo creatief zijn als we zelf willen. Zolang we maar niet bijdragen aan het schenden van de Duurzaamheid Principes is ieder van ons vrij om ons eigen unieke beeld van duurzaamheid te ontwikkelen.