Bart Verheggen schreef Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering (2020)
www.klimaathelpdesk.nl voor vragen van studenten en docenten over energie- en klimaatonderwerpen.
De BOS atlas van de duurzaamheid ( Noordhoff Uitgevers Groningen, 2019) geeft in hoofdstuk 1 en 2 , pagina's 18-48 een beeldend overzicht van de onderwerpen klimaat en energie.
De BOS atlas van de duurzaamheid ( Noordhoff Uitgevers Groningen, 2019) geeft in hoofdstuk 3 , pagina's 48-60 een beeldend overzicht van het onderwerp circulariteit en grondstoffen.
informatiebron:
https://www.circulairondernemen.nl/
Circulaire economie 10 niveaus van recycling
Planbureau: Circulaire economie is nog ver weg in Nederland, meer 'drang en dwang' nodig
In 2050 wil Nederland helemaal circulair zijn. Maar om dat te halen is meer 'dwang en drang' nodig, constateert het Planbureau voor de Leefomgeving in de eerste complete inventarisatie.
Trouw, Esther Bijlo21 januari 2021, 9:39
De circulaire economie in Nederland beweegt in een slakkengang. Het gebruik van grondstoffen daalt niet, de Nederlandse consumptie vereist steeds meer land in het buitenland en zes van de zeven nationale doelen voor afval worden niet gehaald. Ander beleid is nodig, wil Nederland de eigen ambitie halen om in 2050 volledig circulair te zijn.
Een deel van de economie is wel al als circulair aan te merken. Zo is op zes procent van de bedrijven dat label te plakken en is Nederland kampioen recyclen in Europa. Maar de voortgang is bescheiden of stagneert. Het aandeel van die bedrijven in het totaal neemt af en het recyclen dreigt vooral te blijven hangen in de productie van plastic bermpaaltjes.
Het zijn waarnemingen uit de eerste 'Integrale Circulaire Economie Rapportage' van het Planbureau voor de Leefomgeving, donderdag aangeboden aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven . Vanaf nu steekt het PBL op verzoek van het kabinet elke twee jaar de thermometer in de circulaire economie, samen met andere organisaties. "Diverse trends gaan niet de goede kant op", zegt Aldert Hanemaaijer, onderzoeker van het PBL. "Het gebruik van grondstoffen daalt sinds 2010 nauwelijks. Een groot deel van de recycling kan veel hoogwaardiger en er wordt toch weer meer afval gestort."
Het rapport laat zien dat Nederland nog maar aan het prille begin staat van de circulaire economie, terwijl de doelen die het kabinet gesteld heeft, ambitieus zijn. Al in 2030 wil Nederland met de helft grondstoffen toe kunnen en in 2050 zou de hele economie circulair moeten zijn. Er is wel van alles opgetuigd, zoals vijf 'transitie-agenda's', het beleid hangt echter tot nu toe vooral op vrijwillige afspraken, zoals het Plastic Pact en het Betonakkoord. Dat past volgens het planbureau bij 'de beginfase'. Maar nu zijn meer 'drang en dwang' en tussentijdse concrete streefcijfers nodig om verder te komen. Oplopende heffingen op vervuiling kunnen bijvoorbeeld helpen, regels zoals het verplicht gebruiken van een bepaald percentage gerecycled materiaal en meer helderheid over welke materialen er allemaal in producten zitten. "Bij auto's is de producent al wel verplicht die informatie te geven, maar bij wasmachines nog niet, om wat te noemen. Dat maakt reparatie moeilijker", licht Hanemaaijer toe.
Nederland wil naar een circulaire economie om verschillende problemen tegelijk het hoofd te bieden. Verspillende omgang met grondstoffen leidt tot milieuverontreiniging, klimaatverandering, aantasting van ecosystemen, verlies van soorten en afvalbergen. Bovendien stijgt wereldwijd de vraag naar grondstoffen. Efficiënter inzetten van grondstoffen slaat daardoor meerdere vliegen in één klap. Het gaat daarbij zowel om mineralen, metalen en fossiele grondstoffen als om biomassa (zoals hout) en voedsel.
"Daar komt bij dat voor sommige grondstoffen leveringsrisico's kunnen ontstaan", zegt de onderzoeker. "Dat geldt voor grondstoffen als kobalt en zeldzame aardmetalen als indium. Die worden in elektronische producten en vervoersmiddelen gebruikt, maar zijn ook belangrijk voor de energietransitie, ze gaan in zonnepanelen en windmolens. De vraag daarnaar zal niet alleen hier, maar in veel andere landen toenemen."
Volgens het PBL is het goed dat er al een begin is van een 'kabinetsbrede' aanpak is van de circulaire economie. "Dat is belangrijk omdat het zo complex is", zegt Hanemaaijer. "De circulaire economie gaat over heel veel. Er is een grote diversiteit aan maatregelen nodig om er te komen. Lastig is ook dat er niet één maatstaf voor is, zoals de CO2-uitstoot voor klimaatbeleid." Ook moet Nederland, als koploper in Europa, aandringen op Europese regels voor de circulaire economie zodat er een eerlijk speelveld ontstaat.
Demissionair staatssecretaris Van Veldhoven zegt in een reactie op het rapport 'trots' te zijn 'dat de basis is gelegd'. "We hebben gepionierd en verkend. Het is nu tijd voor de volgende stap." Van Veldhoven pleit voor een 'circulaire economiewet'. Daarin is bijvoorbeeld vast te leggen dat iedere bloempot van gerecycled plastic moet zijn en dat bedrijven beloond worden voor terugdringen van CO2-uitstoot door minder gebruik van grondstoffen. De staatssecretaris erkent het probleem dat er nog steeds meer grondstoffen worden gebruikt. "Dat maakt de overgang naar een circulaire economie alleen maar urgenter."
Bron: PBL Planbureau voor de Leefomgeving:
Waarom een circulaire economie?
De hoeveelheid grondstoffen die wereldwijd wordt gebruikt, is in de afgelopen eeuw verachtvoudigd. Dit hangt vooral samen met de mondiale inkomens- en bevolkingsgroei. Deze trends zetten naar verwachting in de komende decennia door (Krausmann et al. 2009; UNEP 2011, 2016).
Zonder aanvullend beleid leidt dit tot een toenemende belasting van het milieu. Door het stijgende grondstoffengebruik nemen ook de leveringszekerheidsrisico's toe door schaarste aan grondstoffen. Deze schaarste komt veelal niet doordat grondstoffen fysiek uitgeput raken, maar doordat ze in moeilijk toegankelijke gebieden worden gewonnen, voor geopolitieke doeleinden worden gebruikt of onderhevig zijn aan flinke prijsschommelingen.
In een circulaire economie staat het efficiënter gebruiken van grondstoffen centraal. Een efficiënter grondstoffengebruik heeft positieve effecten op het milieu, bijvoorbeeld omdat er minder nieuwe materialen zoals plastics en metalen nodig zijn, de uitstoot van broeikasgas afneemt, biodiversiteitsverlies wordt beperkt of bodem, water en lucht minder worden verontreinigd met bijvoorbeeld zwerfafval of een overmaat aan nutriënten.
Ook verkleint efficiënter grondstoffengebruik de risico's voor de leveringszekerheid van bijvoorbeeld zeldzame aardmetalen - die nodig zijn voor hightechproducten als windmolens, elektrische auto's en mobieltjes - en van fosfaat, dat cruciaal is voor de productie van biomassa en voedsel. Een circulaire economie is gericht op het langer in de productieketen houden van grondstoffen. Het doel is een optimaal gebruik en hergebruik, dat wil zeggen met de hoogste waarde voor de economie en de minste schade voor het milieu (Rood & Hanemaaijer 2017)
Als tussendoelstelling wil het kabinet dat in 2030 het gebruik van mineralen, metalen en fossiele grondstoffen (oftewel primaire abiotische grondstoffen) is gehalveerd. Bovendien ambieert het in 2030 een koploperspositie van Nederland in de kringlooplandbouw (LNV 2018).
PBL/ achtergrond
R1: Refuse en rethink
Deze strategie omvat het afzien van producten (refuse) of het intensiever gebruiken van
producten door ze te delen of multifunctioneel te maken (rethink). Zo is een tiny house of
een kleine verplaatsbare woning een volledig uitgeruste woning van beperkte omvang (variërend van 20 tot 50 vierkante meter) voor permanente bewoning. Door af te zien van een grotere omvang worden veel materialen bespaard.
Deelplatformen voor bijvoorbeeld auto's of gereedschap (denk aan Snappcar en Peerby) zorgen ervoor dat producten intensiever worden gebruikt. Voor tien mensen is dan bijvoorbeeld één gedeelde boormachine genoeg (in plaats van tien individueel gekochte boormachines).
R2: Reduce
Bij reduce gaat het om het efficiënter fabriceren van producten of deze efficiënter maken in het gebruik. Een 'circulaire douche' (zoals van Xenz en Hamwells) vangt het gebruikte water op, ververst dit en gebruikt het direct weer, waardoor veel water wordt bespaard in vergelijking met een traditionele douche. Het aanbieden van licht als dienst door Philips kan zorgen voor een efficiëntere productie en doelmatiger gebruik. De aanbieder heeft namelijk een prikkel om met zo min mogelijk lampen de gevraagde hoeveelheid licht te bieden en de klant heeft een prikkel om zuinig om te gaan met licht als deze per geleverde hoeveelheid licht betaalt.
R3: Reuse
Producten kunnen een langere levensduur krijgen door hergebruik (reuse). Door de verkoop van tweedehandsproducten in kringloopwinkels of op online marktplaatsen kan de vraag naar nieuwe producten afnemen. Daarnaast kan het verhuren van kinderkleding (zoals Hulaaloop) of een kinderbedje (zoals Bettje) ervoor zorgen dat de producten terugkomen bij de aanbieder, die ze vervolgens kan inzetten bij een volgende klant.
R4: Repair en remanufacture
Ook bij deze strategie gaat het om verlenging van de levensduur van producten, maar dan door reparatie (repair) en het hergebruik van productonderdelen (remanufacture). Een reparatiecafé biedt mensen gereedschap en kennis om zelf meegebrachte producten te repareren, waardoor de koop van nieuwe producten kan worden uitgesteld. Ook kan het gaan om diensten voor bijvoorbeeld het gebruik van kantoormeubilair (zoals bij
Decorum) of fietsen (zoals bij Swapfiets) waarin onderhoud is inbegrepen. Daarnaast kan door revisie (remanufacture) een afgedankt product weer worden aangepast aan de huidige standaarden door onderdelen te vervangen, zoals Philips doet door revisie van medische systemen en Ricoh door revisie van printers.
R5: Recycle Bij deze strategie gaat het om het verwerken en hergebruiken van grondstoffen (recycle). Hieronder valt het verwerken en scheiden van zogenoemde reststromen (of afval) en het gebruiken ervan; reststromen zijn bijvoorbeeld gras, afvalhout, gft, veilingafval en koffiedik. Denk aan het terugwinnen van kritieke materialen uit afgedankte mobieltjes, het maken van vangrails op basis van reststromen uit de agrarische sector en het maken van producten van gerecycled plastic, zoals een 100 procent gerecyclede fles van Bar-le-Duc en een design sofa gemaakt met 95 procent gerecycled plastic door Gispen.
R6: Recover De strategie van recover ten slotte, behelst het energie terugwinnen uit materialen. Zo zetten afvalverbrandingsinstallaties reststromen om in warmte en elektriciteit.
Wanneer is een activiteit circulair? Bron: PBL Planbureau voor de Leefomgeving
In essentie worden in een circulaire economie zo min mogelijk grondstoffen gebruikt (Potting et al. 2018; Rood & Hanemaaijer 2017). Dat vermindert niet alleen de belasting van het milieu die met het gebruik van grondstoffen gepaard gaat, maar ook de afhankelijkheid van internationale grondstoffenleveranciers en daarmee het risico dat schaarse grondstoffen niet meer worden geleverd. Activiteiten die bijdragen aan het efficiënter omgaan met grondstoffen zien wij als circulaire activiteiten. Wij richten ons op activiteiten van allerlei partijen, waaronder bedrijven, andere maatschappelijke organisaties, overheden en burgerinitiatieven. Activiteiten van individuele burgers of huishoudens laten we buiten beschouwing
Omvang
Circulaire economie omvat zo'n 85.000 activiteiten met een grote diversiteit
Er zijn al veel activiteiten die bijdragen aan de circulaire economie in Nederland. Onze inventarisatie brengt zo'n 85.000 activiteiten in beeld . Hierbij zijn naar schatting minstens 420.000 banen betrokken
Voorbeelden uit de circulaire economie Bron: PBL
afval recyclen, koelkasten hergebruiken, fietsen repareren en abonnementen op een wasmachine aanbieden, verminderen van voedselverspilling door fabrikanten en restaurants, en het vervangen van fossiele grondstoffen door biomassareststromen (bijvoorbeeld in bioplastics).
deelplatformen voor allerlei producten (zoals Buurauto, Bksy en Camptoo) en diensten die het gebruik van fietsen of films aanbieden (zoals Swapfiets, Netflix, Videoland) of het leasen van licht van Philips door bedrijven
Innovatie
Denk bij innovatieve ontwerpen aan een modulaire koptelefoon, waarvan het snoer en de oorschelpen zijn te vervangen.
Of aan een telefoon met vervangbare camera en speakers, zoals de Fairphone. Dankzij dit soort ontwerpen is het mogelijk om kapotte of verouderde onderdelen te vervangen, waardoor de levensduur van producten wordt verlengd.
Innovatieve technologieën zijn bijvoorbeeld gebruikt voor het maken van een fietspad van gerecycled plastic en een kinderspeelhuis van hennep, boomschors en aardappelschillen. De vernieuwende technologie maakt het gebruik van reststromen als grondstof voor nieuwe producten mogelijk.
Voorbeelden van innovatieve businessmodellen tot slot, zijn deelplatformen (zoals Peerby of Snappcar) of abonnementen op een fiets (bijvoorbeeld een Swapfiets), wasmachine (via Bundles), kinderbedje (via Bettje) en verlichting (via Philips). Deze businessmodellen stellen gebruik, en niet het bezit, centraal. Hierdoor worden producten bijvoorbeeld intensiever gebruikt (in plaats van in de kast te liggen, worden producten gedeeld) of komen producten terug bij de aanbieder, die ze onderhoudt en inzet bij een volgende klant. Opvallend is dat het merendeel van de innovatieve initiatieven is gericht op recycling. Innovaties voor bijvoorbeeld producthergebruik en reparatie komen in de praktijk relatief weinig
Combinatie met andere maatschappelijke doelen
Sommige circulaire activiteiten zijn gekoppeld aan andere doelen, zoals de klimaat- of woningbouwopgave of een sociaal doel. Zo zijn er kleine verplaatsbare woningen die niet alleen kunnen worden gebouwd en hergebruikt met minder materiaal, maar die ook leiden tot minder CO₂-uitstoot. Ook de combinatie met een sociaal doel komt regelmatig voor, zoals bij de kringloopwinkels die naast hun bijdrage aan hergebruik, sterk inzetten op werk- en leertrajecten voor sociaal kwetsbare groepen. Daarnaast zijn er organisaties en bedrijven die circulair combineren met een sociaal én een lokaal leefomgevingsdoel. Een voorbeeld hiervan is een initiatief rondom 'weesbootjes': het opruimen van achtergelaten boten en daarna het opknappen ervan voor hergebruik door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Werken richting een circulaire economie kan immers ook bijdragen aan het verminderen van de CO₂-uitstoot en het nastreven van andere maatschappelijke doelen, zoals het schoonhouden van de stad en het aan werk helpen van mensen die langdurig in de bijstand zitten.
Recycling van grondstoffen, hergebruik van producten, en een aangepast ontwerp van producten en productieprocessen waardoor minder en andere grondstoffen worden gebruikt, kunnen onder andere een aanzienlijke CO₂-besparing opleveren in de productieketen. Bedrijven zoals I-did en De Verspillingsfabriek dragen bij aan een circulaire economie omdat ze tassen en soepen maken van afgedankte grondstoffen zoals niet meer draagbare kleding of te kleine groente. En bovendien wordt de productie voornamelijk verzorgd door mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt.
.
Een opvallende bevinding is dat de meeste innovatieve initiatieven zijn gericht op recycling. Meer dan 600 initiatieven richten zich op innovatieve technologieën om fossiele grondstoffen te vervangen door grondstoffen uit biotische reststromen en recyclaten.
In de bouw worden bijvoorbeeld reststromen van biomassa toegepast in biobased materialen, zoals hennepbeton, en worden wegen gemaakt van gerecycled plastic.
Bij kunststoffen worden nieuwe technologieën gebruikt om granulaat te maken van bietenpulp en filament ('inkt') voor 3D-printers van gerecycled plastic.
Voorbeelden van consumptiegoederen zijn skateboards gemaakt van weggegooide flessendoppen, leer gemaakt van fruitafval, speelgoedbouwblokken van rietsuikerafval, vloerkleden van gerecycled polyester en biobased wegwerpborden en -bestek
Andere voorbeelden van innovatieve initiatieven boven aan de ladder zijn tiny houses of kleine verplaatsbare woningen (van bijvoorbeeld Heijmans, NEZZT en Finch) en vertical farms (voedsel produceren in verticale stellages in bestaande gebouwen, waardoor minder oppervlak nodig is). Innovatieve reparatie-initiatieven maken onder andere gebruik van nieuwe productontwerpen. Denk aan modulair ontworpen telefoons, brillen en koptelefoons. Van een modulaire koptelefoon zijn bijvoorbeeld het snoer, de oorschelpen en de hoofdband uitgevoerd als losse onderdelen. Door het modulaire ontwerp kunnen deze onderdelen relatief makkelijk worden vervangen, zonder het gehele product te hoeven afdanken. Een niet-modulaire koptelefoon is niet meer bruikbaar als het snoer breekt.
Grondstoffen Bron: TROUW 281220
Grote vraag naar elektrische auto is bedreiging voor mens én milieu
Schoon vervoer
Massaal fossiele auto's vervangen door elektrische wagens is een gevaar voor het milieu en de mensenrechten. De winning van grondstoffen voor de batterijen, zoals lithium en kobalt, gaat gepaard met misstanden. Daarom moeten overheden ook aansturen op andere strategieën voor schoon vervoer, zoals minder en kleinere auto's.
Die waarschuwing komt van onderzoeksorganisatie Somo, in het rapport 'The Battery Paradox'. Ngo's en andere organisaties rapporteren over de destructieve sociale en milieuvervuilende effecten van het uit de grond halen van mineralen als lithium, kobalt en grafiet, constateert Somo. Zoals vervuiling van grond en water door gebruik van chemicaliën, het verjagen van plaatselijke gemeenschappen, kinderarbeid en uitbuiting. Nu de vraag naar accu's voor auto's op stroom sterk toeneemt, zullen ook deze problemen groeien. De overstap naar schoon vervoer is op die manier nauwelijks duurzaam te noemen.
Vrijwel alle grote en rijke gebieden, zoals de VS, de EU en China, en de automobielindustrie zetten de komende decennia juist al hun kaarten op zo veel mogelijk elektrische auto's.
Overheidssubidies
Ze richtten daarvoor bijvoorbeeld drie jaar geleden de Global Battery Alliance op, een publiek-private organisatie. Het aanjagen van die markt gaat gepaard met flinke overheidssubsidies. Daarnaast investeren bedrijven fors in het verder ontwikkelen van de productie van lithium-ion-accu's die nodig zijn voor elektrisch vervoer.
Dat voortvarende beleid en de bijbehorende grote uitgaven kunnen de samenleving opschepen met een zogeheten 'lock-in', een pad waar moeilijk van af te stappen is, maar dat op langere termijn niet houdbaar is. In plaats daarvan zouden landen en de EU de vraag naar energie voor personenvervoer naar beneden moeten duwen.
Daarnaast zouden bedrijven verplicht moeten worden om de hele weg, van het mijnen van grondstoffen tot de productie van batterijen, in kaart te brengen. Zij moeten kunnen garanderen dat een accu gemaakt is zonder schending van mensenrechten en vrij van milieuvervuiling.
Ook moeten bedrijven kunnen garanderen dat een oude batterij zo makkelijk mogelijk te recyclen is, adviseert Somo. De grondstoffen zijn nu nog lastiger terug te winnen dan nodig. Bij het ontwerp van accu's is onvoldoende oog voor wat er moet gebeuren aan het einde van de levensduur, en er zijn te veel verschillen tussen batterijen.