Artikel 5 Vergunningverlenend gezag
Het bestuurscollege is bevoegd tot het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid.
Artikel 6 Verzoek om vergunning
- 1.Het verzoek om vergunning wordt gericht tot het bestuurscollege.
- 2.Bij het verzoek om vergunning moeten de bescheiden worden overgelegd die bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden voorgeschreven.
Artikel 7 Revisievergunning
- 1.Wanneer een verzoek om vergunning wordt ingediend voor de uitbreiding of de wijziging van een aktiviteit waarvoor reeds een of meer vergunningen werden verleend, dan wel voor de verandering van een in het kader van een zodanige aktiviteit gebezigde werkwijze kan het bestuurscollege verlangen dat door de betrokkene een verzoek wordt ingediend voor een nieuwe, de gehele aktiviteit omvattende vergunning.
- 2.Indien aan dit verlangen dat schriftelijk ter kennis van de betrokkene wordt gebracht, niet binnen een door het bestuurscollege te stellen termijn wordt voldaan verklaart het bestuurscollege de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn reeds ingediende verzoek.
- 3.De nieuwe, de gehele aktiviteit omvattende vergunning mag het bedrijven van de aktiviteit, voor zover deze reeds door een of meer oudere vergunningen was gedekt, niet onmogelijk maken of onnodig beperken.
- 4.Wanneer de nieuwe vergunning onherroepelijk is geworden, vervallen alle voorafgaande op de aktiviteit betrekking hebbende vergunningen.
Artikel 8 Adviseurs
- 1.Bij eilandsbesluit houdende algemene maatregelen worden de diensten aangewezen die in de gelegenheid moeten worden gesteld om advies uit te brengen over het verzoek om vergunning.
- 2.In het in het eerste lid bedoelde eilandsbesluit worden voorts regels gesteld omtrent de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de advisering moet plaatsvinden.
Artikel 9 Ontvankelijkheid
- 1.Het bestuurscollege beslist binnen een maand na de datum van ontvangst van het verzoek over de ontvankelijkheid van verzoeker.
- 2.Het bestuurscollege verklaart het verzoek om vergunning niet-ontvankelijk in geval van:
- a.
onvolledigheid van de in artikel 6, tweede lid, bedoelde gegevens;
- b.
strijd met de voorschriften van een verkavelingsplan als bedoeld in artikel 22 van de Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Sint Eustatius 1991;
- c.
strijd met een ontwikkelingsplan al dan niet met bestemmingsvoorschriften, of met een voorbereidingsbesluit als bedoel in artikel 16 van de Eilandsverordening Ruimtelijke Ontwikkelingsplanning Sint Eustatius 1991;
- d.
strijd met enige wettelijke bepaling.
- 3.Niet-ontvankelijkheid ten gevolge van het verstrekken van onvolledige gegevens kan achterwege blijven indien naar het oordeel van het bestuurscollege de verstrekte gegevens het ondanks hun onvolledigheid mogelijk maken te beoordelen of de aangevraagde beschikking al dan niet kan worden gegeven.
- 4.Wanneer met toepassing van het derde lid niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijft, kan binnen een maand na datum van ontvangst van het verzoek door of vanwege het bestuurscollege een termijn worden gesteld waarbinnen de ontbrekende gegevens alsnog moeten worden verstrekt.
- 5.Indien de verzoeker de ontbrekende gegevens niet binnen de daarvoor gestelde termijn verstrekt, kan hij in afwijking van het vierde lid alsnog op de in dat lid bedoelde grond niet-ontvankelijk worden verklaard.
- 6.Een beschikking waarbij een aanvrager niet-ontvankelijk wordt verklaard, is gemotiveerd. Een afschrift van de beschikking wordt aan de aanvrager en de betrokken adviseurs gezonden.
- 7.Indien de verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard, blijft de aanvraag buiten behandeling, tenzij de beschikking tot niet-ontvankelijkverklaring in beroep is vernietigd.
Artikel 10
Het bestuurscollege stelt zo spoedig mogelijk het ontwerp van de beschikking op.
Artikel 11
- 1.Het bestuurscollege zendt - tenzij toepassing is gegeven aan artikel 17, tweede lid - uiterlijk drie maanden na de datum van ontvangst van de aanvraag een exemplaar van het ontwerp van de beschikking aan de aanvrager en de betrokken overheidsorganen.
- 2.Het bestuurscollege maakt binnen twee weken na de in het eerste lid bedoelde toezending het verzoek om vergunning, de naar aanleiding, van dit verzoek uitgebrachte adviezen en het ontwerp van de beschikking gelijktijdig bekend door:
- a.
kennisgeving in tenminste een in het Nederlands en een in het Papiaments verschijnend dag- of nieuwsblad dat in het eilandgebied wordt verspreid;
- b.
terinzagelegging van het verzoek en van de in artikel 6, tweede lid, bedoelde bescheiden op het bestuurskantoor van het Eilandgebied gedurende een maand.
- 3.De kosten van de bekendmaking zijn voor rekening van de verzoeker.
- 4.Het bestuurscollege maakt het verzoek om vergunning bekend op het terrein of aan het gebouw waar de aktiviteit zal worden bedreven of de verontreinigende handeling zal worden verricht.
Artikel 12
- 1.In de kennisgeving als bedoeld in artikel 11, tweede lid, sub a, wordt tenminste vermeld:
- a.
de zakelijke inhoud van de aanvraag;
- b.
het tijdstip waarop en de plaats waar een afschrift van de aanvraag ter inzage wordt geleg;
- c.
de termijn waarbinnen door een ieder bezwaar bij het bestuurscollege kan worden ingebracht tegen het geven van de aangevraagde vergunning;
- d.
dat overeenkomstig artikel 14, tweede lid, degene die een bezwaarschrift indient, kan verzoeken zijn persoonlijke gegevens niet bekend te maken.
Artikel 13 Geheimhouding gegevens
Indien in een stuk dat ingevolge deze Eilandsverordening ter inzage wordt gelegd, gegevens voorkomen of uit zodanig stuk gegevens kunnen worden afgeleid waarvan de geheimhouding gerechtvaardigd is, kan het bestuurscollege op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van de aanvrager toestaan dat deze ten behoeve van de bekendmaking een door het bestuurscollege goedgekeurde tweede tekst overlegt waarin die gegevens niet voorkomen, onderscheidenlijk waaruit ze niet kunnen worden afgeleid. Het bestuurscollege maakt van deze bevoegdheid slechts gebruik met betrekking tot bedrijfsgeheimen en beveiligingsgegevens.
Artikel 14 Bezwaren
- 1.Gedurende de in artikel 11, tweede lid, onder b, bedoelde termijn kan een ieder bezwaren tegen het verlenen van de aangevraagde vergunning inbrengen bij het bestuurscollege.
- 2.persoonlijke gegevens van degene die een bezwaarschrift heeft ingediend worden, indien hij daarom verzoekt, niet bekend gemaakt.
Artikel 15 Criteria voor de beoordeling
Het bestuurscollege betrekt bij de beslissing op het verzoek om vergunning in ieder geval:
- a.
de bestaande toestand van het milieu, voor zover de aktiviteit daarvoor gevolgen kan hebben;
- b.
de gevolgen voor het milieu, die de aktiviteit kan veroorzaken;
- c.
de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu met betrekking tot de aktiviteit;
- d.
de effecten van milieubelastende aktiviteiten die reeds in het vestigings- en operatiegebied plaatsvinden.
Artikel 16
- 1.Het bestuurscollege beschikt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen zes maanden op het verzoek om vergunning. De beschikking vermeldt hetgeen is overwogen omtrent de ingebrachte bezwaren en vermeldt de gronden waarop zij is gegeven.
- 2.De in het eerste lid vermelde termijn kan door het bestuurscollege binnen een maand na de datum van ontvangst van het verzoek om vergunning worden verlengd bij een met redenen omklede beschikking met een daarbij te bepalen termijn, indien het verzoek een zeer ingewikkeld onderwerp betreft.
Artikel 17
- 1.Het bestuurscollege zendt een exemplaar van de in artikel 16, eerste lid, bedoelde beschikking aan de verzoeker en deelt hem mede binnen welke termijn hij tegen de beschikking beroep kan instellen.
- 2.Uiterlijk twee weken na de in het eerste lid bedoelde toezending wordt door het bestuurscollege de beschikking bekendgemaakt door:
- 3.Bij de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, wordt tevens vermeld:
- 4.Aan belanghebbenden wordt op verzoek een afschrift van de beschikking gegeven.
- 5.Artikel 13 is van overeenkomstige toepassing op de exemplaren van de beschikking waarvan derden mogen kennisnemen.
Artikel 18 Weigering van de vergunning
De vergunning kan slechts worden geweigerd in het belang van de bescherming van het milieu.
Artikel 19 Tenaamstelling; van de vergunning deel uitmakende stukken
- 1.Wanneer een vergunning wordt verleend, geldt zij zowel voor de verzoeker als voor zijn rechtverkrijgenden.
- 2.Zowel de rechtverkrijgende als zijn rechtsvoorganger stellen het bestuurscollege onverwijld in kennis van elke wijziging In de tenaamstelling van de vergunning.
- 3.Aan het voor de verzoeker bestemde afschrift van de vergunning wordt een afschrift gehecht van elk der in artikel 6 bedoelde geschriften.
Artikel 20 Vergunning met voorschriften; nadere eisen
Artikel 21 Vergunning voor bepaalde tijd
Indien over de te verwachten belasting van het milieu van een voorgenomen bedrijfsmatige aktiviteit of een voorgenomen verandering van een gebezigde werkwijze niet met voldoende zekerheid kan worden geoordeeld of indien uit de aard van de aktiviteit of handeling het tijdelijk karakter ervan voortvloeit dan wel Indien het verzoek om vergunning daartoe strekt, kan het bestuurscollege de vergunning verlenen voor een bepaalde termijn. Het bestuurscollege kan deze termijn ambtshalve dan wel op verzoek van de vergunninghouder verlengen.
De termijn kan echter, al dan niet verlengd, de duur van vijf jaren niet te boven gaan.