Artikel 40 Toezicht op de naleving; bevoegdheden
- 1.Het bestuurscollege draagt zorg voor de handhaving van het bij of krachtens deze Eilandsverordening bepaalde.
- 2.Met het toezicht op de naleving van deze Eilandsverordening en de opsporing van de hierin vermelde strafbare feiten zijn belast de personen, vermeld in artikel 8, sub 1° tot en met 4°, van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen.
- 3.De in het vorige lid bedoelde ambtenaren zijn, voor zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is, bevoegd:
- a.
inzage te verlangen en afschrift te nemen van boeken, geautomatiseerde gevensbestanden en andere zakelijke bescheiden;
- b.
met hun apparatuur alle plaatsen, met uitzondering van woningen, te betreden; zo nodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm;
- c.
zich te laten vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen;
- d.
goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen en daarvan monsters te nemen;
de genomen monsters worden, voor zover dat redelijkerwijs kan worden verlangd, op diens verzoek aan de rechthebbende teruggegeven;
- e.
de lading van vervoermiddelen te onderzoeken; zij kunnen daartoe van de bestuurders vorderen dat deze hun vervoermiddel tot stilstand brengen en naar een door hen aangewezen plaats overbrengen.
Artikel 41 Plicht tot medewerking
Ieder is verplicht aan de in artikel 40 bedoelde ambtenaren desgevraagd alle medewerking te verlenen en alle inlichtingen te verstrekken die zij redelijkerwijs bij de uitvoering van de hen op grond van deze Eilandsverordening opgedragen taak behoeven.
Artikel 42 Plicht tot geheimhouding
Iedereen aan wie ter zake van de uitvoering van deze Eilandsverordening een toezichthoudende taak of enige andere taak is opgedragen of opgedragen geweest, is verplicht tot geheimhouding van hetgeen uit dien hoofde te zijner kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt.
Artikel 43 Binnentreden van woningen en bedrijven
- 1.Zij die met de opsporing van de bij deze Eilandsverordening strafbaar gestelde feiten zijn belast, hebben te allen tijde toegang tot alle plaatsen waarvan naar hun redelijk oordeel de binnentreding voor de vervulling van de aan hen ingevolge deze Eilandsverordening opgedragen taak nodig is. Zo nodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm.
- 2.In woningen treden zij tegen de wil van de bewoner niet binnen dan op schriftelijke last van de gezaghebber, de officier van justitie of van een hulpofficier van justitie dan wel in het bijzijn van een commissaris van politie of een hulpofficier van justitie.
- 3.Van dit binnentreden wordt binnen tweemaal vierentwintig uur proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal wordt gezonden naar de officier van justitie. Daarin wordt mede melding gemaakt van het tijdstip van binnentreding en van het beoogde doel.
- 4.Zij die krachtens dit artikel een woning binnentreden, zijn bevoegd, zich van door hen aangewezen personen te laten vergezellen. In dat geval wordt hiervan in het procesverbaal melding gemaakt.
- 5.Zij die krachtens dit artikel een bedrijf binnentreden, zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen omtrent de daarin uitgevoerde aktiviteiten bekend is geworden, voor zover dit niet in strijd is met de bepalingen van deze of van een andere wettelijke regeling.