het in artikel 3, eerste en tweede lid, gestelde verbod;
de krachtens artikel 4, tweede lid, vastgestelde algemene voorschriften of de in verband met artikel 4, derde lid, gestelde eisen;
een krachtens artikel 22 aan een vergunning verbonden voorschrift;
een krachtens artikel 32, tweede lid, gegeven bevel;
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.
het bepaalde in artikel 4, vierde lid;
de krachtens artikel 20, eerste lid, en de in verband met het derde lid gestelde nadere eisen;
het bepaalde in artikel 20, vierde lid;
de ingevolge artikel 41 opgelegde plicht;
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van ten hoogste drieduizend gulden.
De in artikel 44, eerste en tweede lid, strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven; die bedoeld in artikel 45, eerste lid, zijn overtredingen.