We streven allemaal naar onderwijs waarin onze jongeren goed voorbereid worden op wat er komen gaat: op de toekomst. We streven naar een wereld waarin ons welzijn niet ten koste gaat van toekomstige generaties, maar ten behoeve zal zijn van de toekomstige generaties én van al het andere leven op onze planeet. Dit streven komt voort uit de wetenschap dat het welzijn van de mens afhankelijk is van het draagvlak van onze aarde, van een stabiel klimaat en een rijke biodiversiteit. Goed onderwijs geeft jongeren de bagage om de huidige wereld te analyseren en de gewenste toekomst te realiseren.
Die gewenste toekomst is op dit moment echter ver weg. De klimaatcrisis, de biodiversiteitscrisis, de fijnstof- en stikstofproblematiek, de toenemende ongelijkheid en armoede, de voedselonzekerheid en het aanstaande tekort aan grondstoffen bedreigen de toekomst van ons, van onze jongeren en van de generaties na hen. De urgentie wordt vergroot doordat deze bedreigingen zich niet langer lineair, maar exponentieel ontwikkelen.
Internationale afspraken om bovengenoemde crises aan te pakken en tot een duurzame wereld te komen (w.o. de Sustainable Development Goals en het Akkoord van Parijs) worden onvoldoende nagekomen. Ingrijpende transities lijken noodzakelijk om nog enige hoop te houden.