HOOFDSTUK IV Werkwijze van de ambtelijke organisatie

Paragraaf l Eilandsecretaris in de ambtelijke organisatie

Artikel 22

  • 1.

    De eilandsecretaris staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    De eilandsecretaris is belast met:

    • a.

      het initiëren en coördineren van het strategisch management van de ambtelijke organisatie;

    • b.

      de afstemming en coördinatie in het kader van de totstandkoming van beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • c.

      de afstemming tussen de bestuursorganen en de ambtelijke organisatie.

  • 3.

    De eilandsecretaris is eindverantwoordelijk voor de dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van de ambtelijke organisatie.

  • 4.

    De eilandsecretaris draagt er zorg voor dat het proces van beleidsvoorbereiding en -uitvoering doeltreffend en doelmatig verloopt.

  • 5.

    De eilandsecretaris treft, met inachtneming van de eventuele instructies als bedoeld in het elfde lid, de maatregelen en voorzieningen, die de eilandsecretaris omwille van een doelmatige uitvoering van de aan de ambtelijke organisatie opgedragen taken nodig acht.

  • 6.

    Indien maatregelen, bedoeld in het vijfde lid, door een bestuursorgaan zijn te nemen, rapporteert de eilandsecretaris daaromtrent aan het bestuurscollege.

  • 7.

    De eilandsecretaris draagt in geval van vacatures, na overleg met het betrokken bureau-, afdelings- of diensthoofd, te benoemen medewerkers voor aan het bestuurscollege.

  • 8.

    Het bestuurscollege zal met betrekking tot benoemingen, bedoeld In het zevende lid, zich doen adviseren door het hoofd van het bureau personeelszaken.

  • 9.

    De eilandsecretaris draagt zorg voor:

    • a.

      de totstandkoming en uitvoering van een jaarplan voor de ambtelijke organisatie;

    • b.

      het periodiek afleggen van verantwoording over het gevoerde dagelijks beheer aan het bestuurscollege door middel van een managementrapportage.

  • 10.

    Bij eilandsbesluit worden instructies vastgesteld omtrent de frequentie, de aard, de inhoud en de vorm van de managementrapportage, bedoeld in het negende lids onderdeel b.

  • 11.

    Bij eilandsbesluit kunnen ten aanzien van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de eilandsecretaris nadere instructies worden gegeven.

  • 12.

    Het bestuurscollege kan naast het gestelde in het elfde lid taakopdrachten voor de eilandssecretaris vaststellen, waarin op het beheer en de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie betrekking hebbende taken voor een bepaalde periode nader worden vastgesteld.

Artikel 23

  • 1.De eilandsecretaris wint bij de bureau-, afdelings- en de diensthoofden, alsmede bij overige medewerkers inlichtingen in, die voor een goede vervulling van diens taak nodig zijn.
  • 2.De eilandsecretaris toetst de voor de bestuursorganen bestemde ambtelijke stukken op beslissingsrijpheid.
  • 3.Indien de eilandsecretaris een ambtelijk stuk niet beslissingsrijp acht brengt deze, als adviseur van de bestuprsorganen dit naar voren bij het desbetreffende aan de orde zijnde agendapunt.
  • 4.Indien het advies van de eilandsecretaris, bedoeld in het derde lid, afwijkt van het in stuk verwoorde advies van een bureau-, afdelings-, of diensthoofd licht de eilandsecretaris het desbetreffende hoofd hierover in, onder vermelding van de redenen, bij voorkeur vooraf en in ieder geval achteraf.
  • 5.Voorzover de eilandsecretaris zulks, in aanvulling op hetgeen daaromtrent in deze verordening is bepaald, nodig acht, stelt deze in overleg met de bureau-, afdelings- en diensthoofden procedures vast voor de behandeling van zakens die door de bestuursorganen aan de ambtelijke organisatie ter voorbereiding of ter uitvoering zijn opgedragen.
  • 6.De eilandsecretaris is hoofd van het bureau kabinet.

Artikel 24

Overeenkomstig het bepaalde in het Reglement van Orde Eilandsraad van het Eilandgebied Sint Eustatius, wijst het bestuurscollege op aanbeveling van de eilandsecretaris één of meer functionarissen aan als adjuncteilandsecretaris.

Paragraaf 2 Bureau-, afdelings- en diensthoofden

Artikel 25

  • 1.Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van diens bureau, afdeling, respectievelijk dienst.
  • 2.Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de personeelszorg binnen diens bureau, afdeling, respectievelijk dienst, met inachtneming van terzake door de eilandsecretaris gegeven aanwijzingen.
  • 3.Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de doelmatige aanwending van de voor het bureau, de afdeling, respectievelijk de dienst ter beschikking gestelde financiële middelen, zulks met inachtneming van de nadere regels terzake, bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel c.
  • 4.Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd is verantwoordelijk voor de inhoud van de beleidsadvisering vanuit diens bureau, afdeling, respectievelijk dienst.
  • 5.Een bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd pleegt regelmatig overleg met de medewerkers van zijn bureau, afdeling, respectievelijk dienst, waarbij in elk geval de volgende onderwerpen aan de orde komen:

    • a.

      algemene aangelegenheden die het gehele bureau, de gehele afdeling, respectievelijk dienst aangaan op het gebied van de personeelszorg en de kwaliteitsverbetering van de dienstverlening;

    • b.

      aangelegenheden die de coördinatie en de organisatie van het bureau, de afdeling, respectievelijk de dienst betreffen;

    • c.

      de planning van de werkzaamheden;

    • d.

      de voortgang van de werkzaamheden;

    • e.

      informatie over beleidslijnen van de bestuursorganen.

Artikel 26

  • 1.Het bestuurscollege wijst op aanbeveling van de eilandsecretaris, gehoord het betrokken bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofds een functionaris van het bureau, de afdeling, respectievelijk dienst aan als plaatsvervangend bureau-, afdelings-, respectievelijk diensthoofd.
  • 2.De eilandsecretaris wijst op aanbeveling van het afdelings-, respectievelijk diensthoofd, gehoord het betrokken sectiehoofd, een functionaris van de onder die afdeling ressorterende sectie aan als plaatsvervangend sectiehoofd.

Paragraaf 3 Stafoverleg

Artikel 27

  • 1.Ten behoeve van een gecoördineerde afstemming van beleidsvoorbereiding en -uitvoering op ambtelijk niveau is er een Stafoverleg.
  • 2.Het Stafoverleg heeft tot doel de eilandsecretaris behulpzaam te zijn bij het initiëren van beleid en strategisch management, alsmede bij de zorg voor het algemene functioneren van de ambtelijke organisatie.
  • 3.Het Stafoverleg adviseert de eilandsecretaris met betrekking tot:

    • a.

      de noodzakelijke afstemming van zaken tussen de bestuursorganen en de ambtelijke organisatie;

    • b.

      de coördinatie van de totstandkoming van beleidsplannen, meerjarenplannen en dergelijke;

    • c.

      de coördinatie van de beleidsvoorbereiding en -uitvoering;

    • d.

      de coördinatie van overige de bureaus, afdelingen en diensten overstijgende zaken, waaronder begrotingszaken en overige aspecten betreffende de inzet van middelen, adviezen terzake de bestuurlijke organisatie van het eilandgebied, de positie van het eilandgebied binnen de Nederlandse Antillen, algemene beheersvraagstukken, de samenstelling van bestuursaccoorden en dergelijke;

    • e.

      het permanent gestalte geven aan het proces ter verbetering van de dienstbaarheid, de aanspreekbaarheid, de effectiviteit en de continuïteit van de ambtelijke organisatie als geheel.

  • 4.Het stafoverleg is samengesteld uit:

    • a.

      de eilandsecretaris, tevens voorzitter;

    • b.

      de bureauhoofden;

    • c.

      de afdelingshoofden;

    • d.

      de diensthoofden.

  • 5.Het stafoverleg komt wekelijks bijeen en verder zo vaak als de voorzitter dit nodig acht of indien ten minste twee leden daarom verzoeken.
  • 6.Van de vergaderingen van het stafoverleg worden de gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd en toegezonden aan:

    • a.

      de voorzitter en de leden van het stafoverleg;

    • b.

      het bestuurscollege.

  • 7.De bureau-, afdelings- en diensthoofden geven hun medewerkers de gelegenheid kennis te nemen van de gemaakte afspraken in het stafoverleg.

Paragraaf 4 Financieel management en de administratieve organisatie

Artikel 28

Bij eilandsverordening worden instructies vastgesteld aangaande de organisatie van de financiële administratie, de interne controle, het financieel beheer in het algemeen en het beheer van de geldmiddelen van het eilandgebied.