Design Thinking is een methode die gebruikt wordt om problemen op te lossen. De methode is bij uitstek geschikt voor het oplossen van zeer complexe problemen. De mens staat centraal binnen de methodiek. Er worden oplossingen en ontwerpen bedacht door brainstormsessies, waarna je met de een prototype maakt en bij succes de oplossing test in de praktijk.
KORTE TOELICHTING VAN HET PROCES
In de eerste stap maken we kennis met het thema en gaan de leerlingen het concrete probleem verder onderzoeken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de doelgroep, wie is er allemaal betrokken bij dit probleem? Om in stap 2 te gaan brainstormen over ideeën en oplossing voor dit probleem. Wanneer er een idee is uitgekozen, gaan we dit in een schets proberen weer te geven. Daarna kan het ontwerpen beginnen en/of het bouwen van een prototype. Het idee en/of ontworpen product kan door middel van een presentatie gedeeld worden met klasgenoten, experts of andere geïnteresseerden.
DE STAPPEN
STAP 1 + 2: ONDERZOEK & IDEATE
De leerlingen gebruiken een werkblad per groep omdat ze samen zullen werken aan een idee en een project. Met behulp van het werkblad verkennen ze stap voor stap, welk probleem en voor wie ze willen aanpakken en welke ideeën ze hebben. Wanneer kinderen beginnen met hun werkbladen, is het handig om te benadrukken dat het in het ontwerpproces belangrijk is om eerst te beslissen wat het probleem is.
In deze stap assisteer je bij hun creatieve proces. Dit doe je vooral door open vragen te stellen en de kinderen aan te moedigen.
Overwegingen |
Voorbeeld vragen |
Het is belangrijk dat kinderen die in een groep werken een overeenkomst te bereiken als welk aspect of probleem ze willen aanpakken. |
Je kunt hen helpen door vragen te stellen zoals: - Wat zie je als een probleem? - En jij? - Waarom is dit probleem belangrijk? - Wat probeer je te bereiken? |
Soms hebben kinderen in een groep een paar ideeën of soms hebben ze een idee, maar weten ze niet zeker of het wel goed genoeg is. Ga het gesprek aan: wat houden hun ideeën in, hoe zouden ze ideeën kunnen combineren? |
Je kunt vragen stellen zoals: - Welke ideeën hebben jullie nu? - Hoe zou die kunnen werken? - Zouden deze ideeën samen elkaar verbeteren? |
Moedig de leerlingen aan verder te denken en neem hun ideeën altijd serieus. |
Je kunt vragen stellen zoals: - En dan? - En dan wat? - En wat kun je daar nog aan toevoegen? |
Criteria
○ Schaalbaarheid: Kan dit idee op schaal worden gebruikt?
○ Bruikbaarheid: Zou je dit idee daadwerkelijk kunnen maken of uitvoeren?
○ Uniek: Is het idee verrassend of ongewoon?
STAP 3: SCHETSEN
In deze stap hebben de kinderen een idee en gaan nu verder met het tekenen van hoe het zou gaan werken. Ze kunnen hun idee uitleggen met woorden en pijlen. Laat de leerlingen weten dat de schets niet perfect of mooi getekend hoeft te zijn. Het idee is om een schets te maken die hen helpt hun eigen idee beter te begrijpen en de weg te bereiden voor het maken ervan.
Overwegingen |
Voorbeeld vragen |
Dingen om te zeggen: - Probeer in je schets te laten zien hoe je idee zal werken. - Je kunt pijlen en woorden gebruiken om het duidelijker te maken. |
Je kunt de volgende vragen stellen om hen te helpen: - Wat is dat gedeelte? - Hoe werkt het? - Kun je het duidelijker maken door woorden en/of pijlen toe te voegen? |
Hoe weet je of de schets klaar is? Het gaat erom dat je het idee met zoveel mogelijk detail en duidelijkheid voor dat kind op dat moment schetst. In het algemeen kunnen we kan zeggen hoe duidelijker en gedetailleerder, hoe beter.
Een goede schets:
○ Een schets die met aandacht voor detail is gemaakt.
○ Details: bijvoorbeeld de naam van de uitvinding of de uitleg van hoe het werkt.
STAP 4: PROTOTYPE MAKEN
Kinderen vinden dit deel meestal het leukst. De rol van de docent is het helpen van de kinderen bouwen een model of prototype dat hen helpt hun idee te communiceren. De Prototypes zijn een combinatie van werkende en symbolische kenmerken.
Overwegingen |
Voorbeeld vragen |
Het is belangrijk dat kinderen die in een groep werken een overeenkomst te bereiken als welk aspect of probleem ze willen aanpakken. |
U kunt hen helpen door vragen te stellen zoals: - Wat zie je als een probleem? - En jij? - Waarom is dit probleem belangrijk? - Wat probeer je te bereiken? |
Soms hebben kinderen in een groep een paar ideeën of soms hebben ze een idee, maar weten ze niet zeker of het wel goed genoeg is. Ga het gesprek aan: wat houden hun ideeën in, hoe zouden ze ideeën kunnen combineren? |
Je kunt vragen stellen zoals: - Welke ideeën hebben jullie nu? - Hoe zou die kunnen werken? - Zouden deze ideeën samen elkaar verbeteren? |
Moedig de leerlingen aan verder te denken en neem hun ideeën altijd serieus. |
Je kunt vragen stellen zoals: - En dan? - En dan wat? - En wat kun je daar nog aan toevoegen? - Wat zou er nog meer nodig zijn om jullie idee echt uit te voeren? |
STAP 5: PRESENTATIE
Als de prototypes klaar zijn, is het tijd om ze voor de klas en de expert te presenteren.
Elk team moet 1-2 minuten de tijd hebben om een presentatie te geven over hun uitvinding.
We gebruiken deze aanpak voor elke groep om hen te helpen presenteren:
1. Het probleem dat we willen oplossen is .......
2. Ons idee om dit probleem op te lossen is ........
3. Het werkt als volgt .......
Vervolgens wordt de groep een vraag gesteld of wordt er positieve feedback gegeven. Er wordt afgerond met een ronde applaus.