Achtergrond informatie

Uitleg "Good Fashion"

Tijdens deze lesperiode zullen de lessen in het teken staan van 'Good Fashion'. Mode moet niet alleen maar prettig draagbaar zijn en 'mooi' staan, het moet ook goed zijn in vijf andere opzichten. Deze vijf 'Goods' worden omschreven door Fashion for Good als:

1. Good Materials (veilig, gezond en ontworpen voor hergebruik en recycling)

2. Good Economy (groeiend, circulair en iedereen heeft er profijt van)

3. Good Energy (hernieuwbaar en schoon)

4. Good Water (schoon en beschikbaar voor iedereen)

5. Good Lives (eerlijke, veilige en waardige leef- en werkomstandigheden)

Deze vijf goods laten zien dat op elk punt in de productieketen van kleding, de industrie goed kan en zou moeten zijn. Tijdens dit lesprogramma zullen alle vijf 'goods' aan bod komen in de vorm van theoretische lessen, voorbeelden uit het werkveld, interactieve discussies en praktische opdrachten. Naast de vijf goods, komen de studenten ook in aanraking met twee extra goods: Good skills en Good Design. Deze twee goods gaan in op de verschillende vaardigheden die nodig zijn om duurzaam te kunnen denken, ontwerpen en produceren en wat er allemaal komt kijken bij een duurzaam design.

Het lesprogramma behandeld de volgende stappen:

1. Good Lives

2. Good Materials

3. Good Energy & Water

4. Good Skills

5. Good Economy

6. Good Design

7. Verdieping

Gekozen is voor 'Good' als ambitie voor de fashion industrie. In de kern betekent het waarde toevoegen op alle vlakken. Veelal maken bedrijven keuzes om het 'beter' te doen, dat leidt weliswaar tot minder negatieve effecten maar leidt niet tot werkelijke waarde-creatie. Dit onderliggende perspectief hoort bij de basis van het realiseren van fashion voor en in de toekomst.

Good Lives

Zoals al kort omschreven door Fashion for Good staat Good Lives voor veilige en eerlijke leef- en werkomstandigheden. De Rana Plaza ramp van 2013 was een wereldwijde wake-up call voor de modeindustrie. Meer dan duizend medewerkers kwamen om bij het instorten van de fabriek in Bangladesh doordat de veiligheidsvoorschriften niet werden nageleefd. Helaas betekende deze ramp nog niet het einde voor de gevaarlijke omstandigheden op het werk en nog altijd werken mensen in lagelonenlanden onder erbarmelijke omstandigheden voor nauwelijks genoeg geld om van te leven. Good Lives staat voor goede omstandigheden voor zij die werken in de mode-industrie, van katoenboeren die met giftige pesticiden moeten werken tot de naaisters in sweatshops en iedereen daartussenin. Maar ook het leven van de 'gewone' consument moet niet worden vergeten. Hoe gaan wij om met fast fashion en wat voor impact heeft de mode-industrie van nu op ons leven en wat kan jij als consument (of modestudent) hieraan doen?

Good Materials

Hergebruik en recycling staan centraal bij deze good. Maar voordat je hierover kunt nadenken als designer van kleding, moet je eerst weten waar een kledingstuk vandaan komt, hoe het geproduceerd wordt en waaruit het bestaat. Ieder kledingstuk vraagt om een bepaalde materiaalsoort en iedere materiaalsoort is weer op een andere manier geproduceerd en heeft een andere impact of mens, dier en milieu. Zo wordt er voor de productie van katoen veel water verbruikt en komen er microplastics vrij bij iedere wasbeurt van een kledingstuk dat bestaat uit polyester. Bij vezels die gekoppeld zijn aan dierlijke productie (wol, zijde) kunnen en moeten vragen gesteld worden over 'diervriendelijike' productie. Ook materialen als polyester (gerecyclede pet-flessen) hebben grote nadelen door uitspoeling van micro-plastics/plastic soup). Bij het maken van een materiaalkeuze voor een kledingstuk is het belangrijk om de voor- en nadelen van iedere materiaalsoort op een rijtje te hebben en uit te zoeken welke materialen duurzamer zijn.

Good Energy & Water

Voor de productie van katoen is er dus veel water nodig, maar dit is niet het enige onderdeel van de productieketen waar grote hoeveelheden water bij worden gebruikt. Het uitspoelen, kleuren en wassen van stoffen is ook zeer water verspillend en giftige chemicaliën tasten de natuur en rivieren aan in de landen van productie. Zo kan je in de buurt van iedere fabriek waar ze stoffen verven een 'blauwe rivier' vinden, verkleurd door het chemische afvalwater wat hierin terecht komt. Hierbij komt ook nog de hoeveelheid energie die wordt verbruikt bij het produceren en verschepen van een kledingstuk. Ieder onderdeel van de productieketen maakt gebruik van energie en draagt bij aan de CO2 uitstoot. Bij het ontwerpen van een kledingstuk kun je jezelf dus bijvoorbeeld afvragen of het echt nodig is om het in Azië te laten produceren en niet wat dichter bij huis.

Good Skills

Als modeontwerper zijn er basisvaardigheden die van belang zijn voor het ontwerpen of handelen in de modewereld. Good Skills staat voor al deze vaardigheden plus de vaardigheden die nodig zijn om duurzaam en circulair te werken. Deze circulaire vaardigheden voor de mode zijn voornamelijk gericht op het verlengen van de gebruiksduur van een product, stof of materiaal bijvoorbeeld door hergebruik of recycling en het gebruik van sterkere materialen die op een duurzame wijze gefabriceerd zijn. Om hier adequaat mee om te kunnen gaan zijn basisvaardigheden (noem het ambachtelijke vaardigheden) van belang: naaien, patroontekenen etc. Dat is kern-onderdeel van de gehele opleiding. Tegelijkertijd is er aandacht voor vaardigheden die we kennen als 'soft-skills': empathisch vermogen, innovatief en adaptief vermogen, ondernemend zijn en uiteraard goed kunnen communiceren en samenwerken. Ook hier kunnen we in deze lessenreeks niet alles doen, het zijn vaardigheden die gedurende de hele opleiding aan de orde komen.

Good Economy

Good Economy wordt door Fashion for Good omschreven als groeiend, circulair en iedereen moet er profijt van hebben. Dit geldt zowel voor ontwerper als producent (arbeiders in lagelonenlanden) en consument. Om duurzaam te kunnen handelen is het van belang om te weten wie nou eigenlijk de echte prijs betaald van de goedkope items die in alle fast fashion ketens hangen. Wie betaalt de prijs en wat is nou eigenlijk een eerlijke en duurzame prijs voor een kledingstuk? Good Economy gaat niet alleen maar over de klassieke manier van kleding ontwerpen en op de markt brengen, maar laat ook zien dat er andere (misschien meer duurzame) verdienmodellen zijn.

Good Design

De laatste Good staat in het teken van kritische vragen stellen. Wat is nou een echt goed design dat alle kenmerken van mode en duurzaamheid bevat. Good Design is de laatste en alomvattende Good van deze reeks en bevat alles wat voorafgaand is geleerd over mode, textiel en duurzaamheid. De ontwerper kan de hele productie- en gebruiksketen beïnvloeden door goede keuzes te maken. De verantwoordelijkheid van de ontwerper gaat verder dan 'mooi en prettig' door de keuzes in het ontwerpproces te wegen aan de hand van de geschetste 'goods'. Daarmee draagt de ontwerper bij aan een fashion sector die houdbaar is op de lange termijn en in vele opzichten waarde creëert.

- Guide naar Design Thinking methode: Design thinking | Uitleg design thinking process | Guides

Onderliggende werkprocessen uit de kwalificatiedossiers

• P1-K1 Heeft kennis van duurzame materiaalinnovaties

• P1-K1-W3 Verricht patroon-technische handelingen (crebo 25684 Assistent Fashion Tailor)

• P1-K1-W5 Verricht naai-technische handelingen (crebo 25684 Assistent Fashion Tailor)

• B1-K1-W3 Kiest de juiste materialen en hulpmiddelen (crebo 25685 Fashion Retailer, crebo

25686 Fashion Tailor, crebo 25688 Fashion Product Coördinator)

• P3-K1-W3 Verricht complexe patroon-technische handelingen (crebo 25686 Fashion Tailor)

• P4-K2-W1 Biedt collectie items aan voor sampling (crebo 25687 Fashion Designer)

Deze werkprocessen komen steeds weer in een of andere vorm terug in de 5-goods. Het gaat dan om bijvoorbeeld verspilling tegengaan (niet alleen materialen maar ook water), afval beperken, zuinig knippen, juiste materialen kiezen.